Geurnorm Diervoederindustrie - Informatie

Meetmethoden

De meeltemperatuur wordt gemeten (na de uitloop van de stoommixer) bij de inloop van de eerste verdichtingsstap. Dit kan zijn een voorverdichter, een bovenpers of de pers.

Het gehalte aan ruw eiwit in diervoeder is te bepalen op basis van het stikstofgehalte, bepaald volgens de Kjeldahl-methode . (Richtlijn nr 93/28/EEG van de Commissie van 4 juni 1993 tot wijziging van bijlage I bij de derde Richtlijn 72/199/EEG van de Commissie betreffende de vaststelling van gemeenschappelijke analysemethoden voor de officiële controle van diervoeders. Publicatieblad van de EG 22-7-1993; Nr L 179/8-10). 

Geuremissiemetingen mogen alleen uitgevoerd worden door daartoe geaccrediteerde meetinstanties:

  • Uitvoering meting: NEN-EN 15259, meetplan meetvlakbeoordeling, rapportage;
  • Afgaskarakteristieken: ISO 10780, afgassnelheid, temperatuur, druk vochtgehalte en debiet;
  • Monstername geur: NEN-EN 13725, bemonstering in nalofaan gaszak met long volgens de NTA 9065 Meten en rekenen geur;
  • Geurconcentratie: NEN-EN 13725, olfactometrie;
  • Hedonische waarde: NVN 2818, beoordeling door geurpanel in een laboratorium.
Scroll naar boven